Vanaf de daketage waar ik woon zie ik dat alles in verandering is. Zonder uitzondering, inclusief mijzelf als gedroomde waarnemer. Dit alles wordt voortgedreven door ritmes van schijnbare toevalligheden. Kortom, wat ik weet of denk te weten is een seconde later achterhaald of ingehaald.
De snelheid van wisselingen verbaast me soms. Soms, want vaker is de traagheid met het blote oog amper volgbaar. Lijkt alles stil te staan, een ijzeren substantie of logica te zijn. Lijkt, want uit de onderstroom voel ik de leegte naderen, een hiaat dat je de adem beneemt. Al is het maar voor even, voordat ik hergroepeer.
Waar wil ik eigenlijk heen met deze gedachtestroom? Is zij inmiddels met mij op de loop gegaan? Of bestaat hierin geen verschil? Even een wandelingetje tussendoor. Ik zit op een bankje aan de singel. Voor een moment val ik stil. Als ik opkijk zie ik de gedachten zich nu associatief aaneenrijgen. Hun stilvallen klettert op de grond.

De plek waar ik stilte vind is een bankje aan een singel. Het is een bankje waar ik wel eens belde met mijn vriend uit Eindhoven in de tijd dat mijn vrouw stervende was. Deze plek, in deze tijd, verbindt me met een verlangen naar zwijgen. Zoals spreken veelvormig van verschijning ‘kan zijn’ geldt dat ook voor het zwijgen.
Het zwijgen van ‘de Sphinx’ klinkt anders dan het zwijgen van ‘een Sphinx’. Er lijkt geen verschil te zijn tussen de impliciete betekenis van de een of de ander. Toch maakt het verschil of kennis wordt doodgezwegen, bewust niet gecommuniceerd, ‘van horen zeggen is’ of ‘bestaat uit citaten’. Tweedehands, of een verse leugen.
De Sfinx die zwijgrecht heeft, waakt over het rijk van raadsels. Alle andere sfinxen zijn bang om te spreken, want hun spreken onthult de banaliteit van hun stilzwijgen. Alledaagse stilte manifesteert zich als vorm van spreken. Spreken met een agenda. Alleen een kind of wijsgeer heeft geen interesse in bestaan of niet-bestaan.

No difference
From the roof floor where I live I see that everything is changing. Without exception. Including myself as a dreamt observer. All this is propelled by rhythms of apparent coincidences. In short, what I know or think I know is outdated or overtaken a second later.
The speed of changes sometimes surprises me. Sometimes, because more often the slowness is barely detectable with the naked eye. Everything seems to stand still. To be an iron substance or logic. Seems, for out of the undertow I feel the void approaching. A gap that takes your breath away. Even if it’s just for a while. Before I regroup.
Where do I actually want to go with this stream of thoughts? Has she started running away with me? Or is there no difference in this? A little walk in between. I sit on a bench at the canal. For a moment I fall silent. When I look up, I now see the thoughts associatively stringing together. Their fall silent clatters to the ground.

The place where I find silence is a bench on a canal. It is a bench where I once called my friend from Eindhoven when my wife was dying. This place, in this time, connects me with a longing for silence. Just as speaking ‘can be’ multiform in appearance, so too does silence.
The muteness of ‘the Sphinx’ sounds different from the keep silence of ‘a Sphinx’. There seems to be no difference between the implied meaning of one or the other. Yet it makes a difference whether knowledge is kept silent, deliberately not communicated, ‘is hearsay’ or ‘consists of quotations’. Second-hand, or a fresh lie.
The Sphinx who has the right of silence watches over the realm of riddles. All the other Sphinxes fear speaking, for their speaking reveals the banality of their silence. Everyday silence shows itself as a form of speaking. Speaking with an agenda. Only a child or philosopher has no interest in existence or non-existence.
Meditatief 🙏
miesmadeleine liked your post #128 Geen verschil
Goed stuk !!!
Nice Huub, dank.
Prachtige trage wolkenpartijen nemen ons mee Huub …
@stanlenssen Dat er nog veel moge volgen!
Sabine Verburg liked your post #128 Geen verschil.